Vogelhuisje gekraakt!

Eén van de zo zorgvuldig getimmerde nestkastjes voor meezen is op 12 november tot een nieuw huisje vertimmerd en ingenomen door …. de grote bonte specht. Zie hier het resultaat van veel geklop.

Wie het eerst komt, wie het eerst maalt!

Nicolien

Wilde bijen ofwel solitaire bijen

Zoals beloofd is hierbij mijn stukje over de wilde bijen, die ook wel solitaire bijen worden genoemd.

 

Dat zijn bijen, die, anders dan de honingbijen, alleen of in kolonies leven. In kolonies leven betekent dat ze wel samen leven, maar ieder met een eigen nest, holletje in de grond of boom. Maar er zijn ook verschillende soorten die helemaal alleen leven. Dat is dus heel anders dan de honingbijen, die in volken van wel 30.000-50.000 bijen leven en waarvoor de imkers zorgen. Van deze wilde bijen zijn tussen de 200-300 soorten in Nederland. Ze hebben namen zoals zijdebijen, groefbijen, zandbijen, metselbijen en behangersbijen. Zandbijen hebben holletjes in de grond en metselbijen metselen echt hun holletje dicht. Die namen zijn dus vaak niet zomaar gekozen.

En juist deze bijen worden bedreigt in hun bestaan omdat er voor hen steeds minder te halen is in de natuur, maar ook in het boerenland, dat door efficiënter landbouw steeds armer wordt aan bloemen en planten, waar de bijen van leven. Daarom hebben natuurbeschermers al jaren geleden alarm geslagen en wordt er veel aan gedaan om meer bijenplanten te zaaien of poten (o.a. ook bijenlinten), bijenhotels te plaatsen of plekjes voor wilde bijen in te richten. Overigens kunnen ook imkers met hun vele en grote bijenvolken in- of bij natuurgebieden een bedreiging voor wilde bijen zijn omdat die grote volken veel voedsel wegkapen voor de wilde bijen. Een voorbeeld van enkele maanden geleden is de situatie bij de Biesbosch, waar imkers enorm veel volken bij het natuurgebied hadden neergezet. De run op honing halen, economisch gewin, wint het dan van natuurvriendelijk gedrag. Dat kan dus echt niet. Een imker zal zich dus altijd moeten afvragen of hij niet meer volken heeft dan het gebied, inclusief wilde bijen, aankan. Van deze grenzen zal hij zich bewust moeten zijn. En in ieder geval zal hij zelf moeten zorgen voor aanplant van een perceel/lint bij-vriendelijke planten/bloemen. Gelukkig is de situatie rond de volkstuin behoorlijk in evenwicht, zeker na het herinrichten van het Aa-dal. Wat wel belangrijk is, is dat de wilde bijen genoeg ruimte hebben om een holletje te maken. Bijenhotels, zoals er op de volkstuin een staat, zijn dus heel nodig. Maar er zijn ook stukjes grond nodig waar bijen rustig een holletje in de grond kunnen maken. Dat betekent dus dat we niet het hele terrein intensief moeten bewerken.  

Bij-vriendelijke planten en bloemen poten/zaaien is dus niet de enige, maar natuurlijk wel belangrijke, voorwaarde voor behoud of terugkeer van wilde bijen. En die bij-vriendelijke planten en bloemen zijn meestal goed voor zowel de wilde bij als de honingbij. Er zijn uitzonderingen, maar dat gaat voor dit stukje te ver.

Dit stukje is bedoeld om wat algemene informatie te geven over wilde bijen, over de bedreiging van deze soorten en wat je aan deze bedreiging kunt doen. De vereniging heeft daarmee al een mooie start gemaakt: de belangstelling voor de bijen en bijenplanten, het jaarlijks inzaaien van bloemenweiden en nu ook het poten van voorjaarsbollen en het mooie bijenhotel. Het behoud of laten terugkeren van wilde bijen is toch een kwestie van de lange adem en stukjes grond of overhoekjes, die je inricht, ook met rust te laten.

Anton Danen